ISSN:
1573-739X
Source:
Springer Online Journal Archives 1860-2000
Topics:
Chemistry and Pharmacology
Notes:
Samenvatting In de laatste jaren wordt duidelijk gewezen op de schadelijke invloed van subnarcotische hoeveelheden vluchtige anesthetica die door anesthesie-personeel dagelijks gedurende jaren worden ingeademd. Dit in tegenstelling tot de periode hiervopr, toen alleen het risico van een narcose bij de patiënt werd bekeken. De oorzaken van de luchtverontreiniging in operatiekamers worden besproken. Als voornaamste bron van verontreiniging komt het door de patiënt uitgeademde gasmengsel in aanmerking. Dit komt geheel of gedeelteijk terecht in de atmosfeer van de operatiekamer. Ook lekkage in de anesthesie-apparatuur kan bijdragen tot de verontreiniging. Ten derde kan door een fout in de anesthesie-techniek gas ontsnappen. Om een indruk te krijgen van de verontreinigingen (voornamelijk komen de meest gebruikte anestetica halothaan en lachgas aan de orde) heeft een literatuurstudie plaatsgevonden. Uit bepalingen door gaschromatografie,Ir-spectroscopie en massaspectrometrie kan worden geconcludeerd dat de concentraties aan halothaan tussen ca. 2 tot ca. 50 ppm liggen, met enkele uitschieters naar boven. Voor lachgas worden waarden gevonden die 100-maal hoger liggen, overeenkomend met de hogere concentraties in de uitademingslucht van de patiënt. De grote spreiding in bovengenoemde concentraties kan worden verklaard door verschillen in de luchtverversing en in de anesthesie-apparatuur. Algemeen wordt nu aangenomen dat deze waarden te hoog liggen. Het National Institute for Occupational Safety and Health (Niosh) in de Verenigde Staten heeft in 1975 als maximumconcentratie 0,5 ppm van halothaan voorgesteld. Het is dus noodzakelijk dat de bovengenoemde concentraties van halothaan en lachgas drastisch worden verminderd. Dit kan via adsorptie met behulp van koolfilters. Daar het zeer goed mogelijk is deze koolfilters te regenereren, lijkt dit een goedkope en eenvoudig aan te brengen oplossing. Het percentage geadsorbeerd halothaan bedraagt tot 78% (lachgas wordt echter vrijwel niet geadsorbeerd). Ook afvoersystemen, die zorgen voor het opvangen en afvoeren van de overtollige anesthetica naar de buitenlucht, geven zeer goede resultaten (85–90% vermindering van de concentratie aan narcosegassen). De schadelijke gevolgen bij personeel dat chronisch is blootgesteld aan sub-anesthetische concentraties narcosegassen, worden besproken. Aan de orde komen lever- en nierbeschadigingen, teratogene afwijkingen, hematologische stoornissen, carcinogene en mutagene aspecten, psychische stoornissen en pathologische effecten op de hersenen en het optreden van spontane abortus. De vroegere opvatting dat vluchtige anesthetica niet worden gemetaboliseerd, is achterhaald. De biotransformatie van de vluchtige anesthetica is belangrijk voor hun werking als toxische substantie. Belangrijk is ook de vaststelling dat chronische blootstelling aan bijvoorbeeld halothaan en lachgas de microsomale enzymwerking stimuleert. Bij anesthetische concentraties remt halothaan zijn eigen metabolisme. Dit heeft waarschijnlijk tot gevolg dat chronische blootstelling aan sub-anesthetische concentraties narcose-gassen, zoals halothaan, ernstiger is dan acute blootstelling. De toxiciteit van vluchtige anesthetica wordt verder sterk vergroot door hun grote lipofiliteit. De verhoogde gevoeligheid van vrouwelijk anesthesie-personeel voor de schadelijke werking van de narcose-gassen, is waarschijnlijk op het bezit van een grotere hoeveelheid vetweefsel terug te voeren.
Type of Medium:
Electronic Resource
URL:
http://dx.doi.org/10.1007/BF02293401
Permalink